België verkrijgt het BSE-statuut “verwaarloosbaar risico” - 23/05/2012

Boviene spongiforme encefalopathie (BSE) is een overdraagbare aandoening bij runderen die de hersenen treft en steeds tot de dood van het dier leidt. Er wordt verondersteld dat de variant van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (vCJD) bij de mens wordt veroorzaakt door overdracht van het BSE-agens van runderen naar de mens.

De BSE-epidemie begon in 1986 in het Verenigd Koninkrijk, van waaruit ze zich verder verspreidde. In 1997 werd het eerste BSE-geval in België vastgesteld, waarna een officieel BSE-bewakingsprogramma werd opgestart waarbij alle klinisch verdachte runderen verplicht onderzocht werden. Het programma werd in 2001 uitgebreid met een actief bewakingssysteem, waarbij ook gezonde slachtrunderen en kadavers van runderen onderworpen worden aan een snelle test om BSE op te sporen. Dit bewakingsprogramma wordt tot op heden nog steeds uitgevoerd.

Sinds 1998 is het in ons land bovendien verplicht om in het slachthuis gespecificeerd risicomateriaal (GRM), zoals ondermeer hersenen en ruggenmerg, te verwijderen uit alle runderkarkassen bestemd voor menselijke consumptie om de volksgezondheid te beschermen. Daarnaast is het sinds 2001 verboden om dierlijke eiwitten aan runderen te voederen om de verspreiding van de ziekte via het diervoeder te voorkomen (Feed ban).

In totaal werden in België 133 BSE-gevallen vastgesteld, waarbij de laatste 2 gevallen dateren van 2006. Gezien de gunstige evolutie van de BSE-situatie in België de laatste jaren diende het FAVV in 2011 een dossier in bij de Werelddierengezondheidsorganisatie (OIE) ter verkrijging van het BSE-statuut “land met verwaarloosbaar risico”.

Het Belgisch dossier werd geëvalueerd door een expertenwerkgroep van het OIE. Het Belgische BSE-bewakingssysteem werd daarbij positief beoordeeld. Ook de controles die door het FAVV worden uitgevoerd bij de invoer van runderen en runderproducten, in veevoederfabrieken, verwerkingsbedrijven, enz. kregen een goede beoordeling. Finaal formuleerden deze experten een gunstig advies bij de Belgische aanvraag voor het bekomen van het statuut “verwaarloosbaar risico”.

Op 22 mei 2012 verkreeg België tijdens de 80ste Algemene Vergadering van het OIE in Parijs, officieel het statuut verwaarloosbaar risico (gepubliceerd bij Resolutie XVI).

Het behalen van dit statuut zal de handel van levende runderen, rundvlees en andere runderproducten met 3e landen sterk vergemakkelijken. Ook op de eventuele toekomstige herzieningen van de BSE-bewaking kan dit statuut op (middel)lange termijn een gunstige invloed hebben. Dit statuut wijzigt evenwel niets aan het huidig beleid inzake de verwijdering van GRM en de feed ban.

België is na Finland, Zweden en Denemarken pas het vierde EU-land dat dit statuut behaalt. Dit bevestigt de efficiëntie van de controles door het FAVV, in samenwerking met de betrokken sectoren, in de strijd tegen de “gekkekoeienziekte”.