


|
 |
|
ORGANISATIE VAN DE VACCINATIECAMPAGNE TEGEN BLAUWTONG – BERICHT AAN DE VEEHOUDERS EN DE DIERENARTSEN
Frankrijk is in de zomer van 2015 getroffen door uitbraken met het blauwtongvirus serotype 8 bij zowel runderen als schapen. Dit virus is identiek aan het virus dat in de periode 2006-2010 ook in ons land circuleerde. De ziekte heeft zich in het najaar 2015 over een groot deel van Frankrijk verspreid en is momenteel al vastgesteld in het departement Yonne, op ca. 200 km van de Belgische grens.
De kans is reëel dat het virus in de zomer of al eerder ons land bereikt.
Preventieve vaccinatie wordt door specialisten als de enige effectieve manier beschouwd om de ziekte tot staan te brengen en dieren te beschermen tegen besmetting. Bovendien, mocht België of een deel van België risicogebied worden, dan is het verplaatsen van dieren uit dit risicogebied, ook voor export, nog steeds mogelijk indien de dieren gevaccineerd zijn. |
Om dit jaar zeker te kunnen beschikken over vaccin – een prioriteit voor zowel de sector als de overheid – heeft het Sanitair Fonds een aanbesteding uitgeschreven. Het kan daardoor een beperkte hoeveelheid vaccin BLUEVAC BTV8 kosteloos ter beschikking stellen, te weten 2 miljoen doses voor rundvee en 100.000 doses voor schapen. Dit vaccin zal vanaf begin april ter beschikking zijn. Bijkomende doses kunnen nog besteld worden. Zonder deze aanbesteding zou er geen vaccin voor de Belgische markt voorbehouden geweest zijn, zodat kan gesteld worden dat deze aanbesteding de juiste keuze is geweest.
Praktisch zal de vaccinatiecampagne als volgt verlopen.
In tegenstelling tot de campagne 2008-2010, is de vaccinatie vrijwillig. Het vaccin moet steeds door een dierenarts worden toegediend. De vaccinatie kan met andere woorden niet aan de veehouder gedelegeerd worden, ook niet in het kader van de bedrijfsbegeleiding. De keuze om de vaccinatie uitsluitend door de dierenarts te laten uitvoeren biedt de beste garantie dat de beperkte voorraad vaccin optimaal gebruikt wordt, garandeert ook een goede rapportering en via die weg een opvolging van het goede gebruik van het vaccin en zorgt ervoor dat de campagne beantwoordt aan de Europese regels voor het gebruik van overheidsmiddelen. Bovendien kunnen alleen dieren gevaccineerd door de dierenarts gecertificeerd worden voor de uitvoer.
Een veehouder die zijn veestapel of een deel ervan wil laten vaccineren, neemt contact op met zijn dierenarts. Deze plaatst een bestelling bij een groothandelaar-verdeler van diergeneesmiddelen die deelneemt aan de vaccinatiecampagne. Eens de bestelling door het FAVV is goedgekeurd, levert de groothandelaarverdeler het vaccin aan de dierenarts. Deze zal zo snel mogelijk de dieren van de betrokken veehouder vaccineren. Een effectieve bescherming is maar gegarandeerd na 2 subcutane toedieningen, gescheiden door ten minste 3 weken, zowel bij rundvee als schapen.
De dierenarts zal de vaccinaties op beslagniveau binnen de 2 weken aan het FAVV via SANITEL / Veeportaal rapporteren, zodat het gebruik van het vaccin goed opgevolgd kan worden.
De vaccinatie van dieren bestemd voor het intracommunautair handelsverkeer en de export naar derde landen moet door de dierenarts geattesteerd worden. Mocht slechts een deel van België risicogebied worden voor blauwtong, dan is een dergelijke attestering ook nodig om dieren vanuit dit risicogebied naar de rest van het land (niet-risicogebied) te verplaatsen.
De overheid stelt het vaccin gratis ter beschikking en bekostigt ook de verdeling van het vaccin naar de dierenarts. De dierenarts mag deze kosten dus niet aan de veehouder aanrekenen.
Het FAVV benadrukt het belang van de vaccinatie om de veestapel preventief te beschermen tegen de introductie van blauwtong. Het moedigt alle veehouders aan om hun dieren te laten vaccineren en vraagt met het oog op de komende weideperiode aan alle dierenartsen om zo snel mogelijk elke vraag tot vaccinatie te beantwoorden.
Alle praktische informatie over de campagne wordt snel ter beschikking gesteld op de website van het FAVV (www.favv.be) - Professionelen. De betrokken pagina’s zijn te bereiken vanaf de startpagina onder de rubriek « blauwtong ».
ORGANISATION DE LA CAMPAGNE DE VACCINATION CONTRE LA FIÈVRE CATARRHALE OVINE - MESSAGE AUX AGRICULTEURS ET VÉTÉRINAIRES
En été 2015, la France a été touchée par des foyers du sérotype 8 de la fièvre catarrhale ovine dans des exploitations bovines et ovines. Le sérotype du virus identifié est identique à celui présent dans notre pays pendant la période de 2006 à 2010. Fin 2015, la maladie s’est répandue dans une grande partie de la France et a entretemps été constatée dans le département de l’Yonne, à 200 km de la frontière belge.
Il est hautement probable que le virus atteigne la Belgique cet été, voire avant.
La vaccination préventive est considérée par les spécialistes comme le seul moyen efficace pour arrêter la propagation de la maladie et protéger les animaux. En outre, si tout ou partie de la Belgique devient zone à risque, les mouvements d’animaux à partir de cette zone restent possibles pour les animaux vaccinés, y compris pour l’exportation. |
Afin d’être certain de pouvoir disposer cette année de vaccins en Belgique, ce qui était une priorité pour l’ensemble des parties prenantes, le Fonds Sanitaire a passé un appel d’offre et peut mettre à disposition «gratuitement» un nombre limité de doses du vaccin BLUEVAC BTV8 : 2 millions de doses pour les bovins et 100.000 doses pour les ovins. Ces vaccins seront disponibles à partir de tout début avril. Des doses supplémentaires pourront être commandées. Sans cet appel d’offre, il s’avère maintenant que nous n’aurions pas pu disposer de vaccins. Ce choix fut donc le bon compte-tenu des objectifs.
En pratique :
Contrairement à la campagne de vaccination effectuée en 2008-2010, la vaccination se fera sur base volontaire. Le vaccin devra toujours être administré par un vétérinaire et ne pourra donc pas être déléguée au détenteur, y compris dans le contexte de la guidance vétérinaire. Les raisons de ce choix sont multiples : assurer les meilleures garanties possibles d’une utilisation optimale du nombre limité de vaccins disponibles, assurer un rapportage permettant notamment de s’assurer de la bonne utilisation du vaccin, être en conformité avec les exigences européennes en matière d’utilisation de l’argent public (aides d’Etat), …. En outre, seuls les animaux vaccinés par un vétérinaire peuvent être certifiés pour l’exportation.
Un agriculteur qui souhaite faire vacciner tout ou partie de son troupeau doit contacter son vétérinaire. Le vétérinaire passe une commande auprès d'un grossiste-répartiteur de médicaments vétérinaires participant à la campagne de vaccination. Une fois la commande approuvée par l’AFSCA, le grossiste-répartiteur livre le vaccin chez le vétérinaire, qui devra utiliser les doses le plus rapidement possible chez les éleveurs demandeurs. Une protection efficace n’est garantie, tant chez les bovins que chez les ovins, qu’après deux injections sous-cutanées de vaccin séparées de minimum trois semaines.
Le vétérinaire devra rapporter via SANITEL / CERISE les doses administrées par troupeau à l'AFSCA pour permettre un suivi optimal de la situation.
La vaccination des animaux destinés aux échanges intracommunautaires et à l'exportation vers les pays tiers devra être attestée par le vétérinaire. De plus, si seulement une partie de la Belgique se retrouve en zone à risque pour la fièvre catarrhale ovine, une telle attestation sera également nécessaire pour déplacer les animaux vers les autres zones non (encore) réglementées du pays.
Les autorités mettent le vaccin gratuitement à disposition et financent également la distribution du vaccin aux vétérinaires. Ceux-ci ne peuvent donc pas facturer les coûts du vaccin aux éleveurs.
L’AFSCA souhaite souligner l'importance de la vaccination préventive (avant introduction de la maladie) pour protéger le cheptel belge contre la fièvre catarrhale ovine. Elle encourage donc les agriculteurs à faire effectuer la vaccination et les vétérinaires à la réaliser dans les meilleurs délais suite à toute demande, compte-tenu notamment de la période de mise en prairie.
Toutes les informations pratiques sur la campagne seront très prochainement disponibles sur le site de l'AFSCA (www.afsca.be) - Professionnels. Les pages en question seront accessibles depuis la page d'accueil sous la rubrique « fièvre catarrhale ».
|
|
|
|