| |
|
|
HOGE STERFTE VAN KONIJNEN NAAR AANLEIDING VAN HET OPDUIKEN VAN HET VIRUS DAT RABBIT HEMORRAGIC DISEASE (VARIANT 2) VEROORZAAKT
Recent is aan het licht gekomen dat variant 2 van het virus dat het viraal hemorragisch syndroom bij konijnen (Rabbit Hemorragic Disease –RHD) veroorzaakt zowel in België als in de buurlanden aan de oorsprong ligt van een hoge konijnensterfte.
Deze besmettelijke ziekte is niet overdraagbaar op de mens en staat niet op de lijst van meldingsplichtige ziekten (KB van 3 februari 2014). Dit betekent dat er geen officieel controleprogramma bestaat voor RHD: de preventie en bestrijding gebeurt op vrijwillige basis.
Preventie en bestrijding
Er bestaat geen behandeling tegen deze ziekte. De aanbevolen bestrijdingsmaatregelen zijn het in quarantaine plaatsen van besmette/verdachte dieren en het stopzetten van alle aanvoer naar en afvoer van een besmet bedrijf.
Vaccinatie blijft het meest doeltreffende middel om vatbare dieren te beschermen. Het vaccin tegen RHDV-1 biedt geen bescherming tegen RHDV-2. Er bestaat wel degelijk een vaccin tegen variant 2, maar dit vaccin is momenteel niet geregistreerd in België. U kunt dit vaccin echter aankopen via het "cascadesysteem".
In Frankrijk en Spanje zijn er namelijk een aantal mono-en bivalente vaccins op de markt.
Wij raden konijnenfokkers aan om in geval van abnormale sterfte van hun konijnen of om een doeltreffende preventiestrategie op te stellen (bioveiligheid, vaccinatie,...) zonder uitstel contact op te nemen met hun dierenarts.
Het wordt ook ten stelligste aanbevolen dat fokkers hun dieren laten vaccineren, indien ze bestemd zijn voor de verkoop of moeten deelnemen aan wedstrijden of andere verzamelingen. Aan de organisatoren van zulke evenementen wordt ook sterk aanbevolen om de vaccinatie als voorwaarde voor deelname op te leggen.
Bioveiligheid
Wilde konijnen zijn het primaire reservoir van RHDV-2. Meerdere studies maken gewag van klinische infectie met RHDV-2 bij de Europese haas (L. europaeus : 2 gevallen in Duitsland in 2014; 40 positieve hazen in Frankrijk in 2015). Bijgevolg dienen de basisbioveiligheidsregels nageleefd te worden : contact met wilde fauna vermijden, overschoenen dragen in konijnenfokkerijen, eventueel een voetbad plaatsen.
Enkele epidemiologische gegevens
De zogenaamde klassieke "RHD" werd geïdentificeerd in 1984. Het gaat om een besmettelijke virale ziekte bij konijnen (Oryctolagus cuniculus) die een verhoogde sterfte veroorzaakt bij dieren ouder dan 8 weken, hetgeen het eerste uiterlijk waarneembaar teken is dat de ziekte zich voordoet op een bedrijf. De voornaamste letsels die zichtbaar zijn bij autopsie zijn diffuse necrotiserende hepatitis, bloedingen ter hoogte van de longen en de luchtpijp, petechiën op de nieren en een algemeen hemorragisch syndroom.
In 2010 is de nieuwe variant RHDV-2 opgedoken bij wilde en gekweekte konijnen, die nochtans correct gevaccineerd waren tegen RHDV-1 en hetzelfde type van symptomen vertoonden als de klassieke vorm. Het RHDV-2-genotype is verschillend van het RHDV-1-genotype, hetgeen verklaart dat er geen kruisreactie is met de vaccins en impliceert dat het essentieel is om konijnen te vaccineren met een vaccin dat specifiek gericht is op de doelstam.
Voor meer informatie kunt u de volgende link raadplegen:
http://www.oie.int/fileadmin/Home/eng/Animal_Health_in_the_World/docs/pdf/Disease_cards/RHD.pdf
Directie "Dierengezondheid en Veiligheid van Dierlijke Producten"
DG Controlebeleid – FAVV
MORTALITÉ IMPORTANTE DES LAPINS SUITE À L’APPARITION DU VIRUS CAUSANT LA MALADIE HÉMORRAGIQUE DU LAPIN (VARIANT 2)
Récemment, le variant 2 du virus causant la Maladie Hémorragique du Lapin (Rabbit Hemorragic Disease – RHD) a été mis en évidence tant en Belgique que dans les pays voisins, causant une mortalité importante.
Cette maladie contagieuse n’est pas transmissible à l’homme et ne fait pas partie de la liste des maladies à déclaration obligatoire (AR du 3 février 2014). Cela signifie qu’il n’existe pas de programme officiel de contrôle de la RHD ; les mesures de prévention et de lutte se font sur base volontaire.
Lutte et prévention
Il n’existe pas de traitement contre cette maladie. Les mesures de lutte conseillées sont la mise en quarantaine des animaux infectés/suspects et le gel de tout mouvement en provenance ou à destination d’un élevage infecté.
La vaccination reste le moyen le plus sûr de protéger les animaux sensibles. Le vaccin contre RHDV-1 n’offre pas de protection contre RHDV-2. Il existe bien un vaccin dirigé contre le variant 2, mais actuellement non enregistré en Belgique. Il est néanmoins possible de s’en procurer via le système dit de « la cascade ».
Un certain nombre de vaccins mono-et bivalents existent sur le marché en France et en Espagne notamment.
Nous conseillons aux éleveurs de contacter leur vétérinaire sans délai afin de mettre sur pied une stratégie de prévention efficace (biosécurité, vaccination, …) ou en cas de taux de mortalité anormal de leurs lapins.
Il est également vivement suggéré aux éleveurs de faire vacciner leurs animaux s’ils sont destinés à la vente ou s’ils doivent participer à des concours ou autres rassemblements. Il est également fortement conseillé aux organisateurs de telles manifestations de rendre la vaccination obligatoire pour en autoriser l’accès.
Biosécurité
Le lapin sauvage est un réservoir primaire pour RHDV-2. Plusieurs études mentionnent des cas d’infection clinique à RHDV-2 chez le lièvre européen (L. europaeus : 2 cas en Allemagne en 2014 ; 40 lièvres positifs en France en 2015). Dès lors, il est pertinent de respecter des règles de biosécurité de base : éviter les contacts avec la faune sauvage, utiliser des sur-chaussures dans les installations d’élevage, éventuellement placer un pédiluve.
Quelques données épidémiologiques
La RHD dite « classique » a été identifiée en 1984. Il s’agit d’une maladie virale contagieuse du lapin (Oryctolagus cuniculus) présentant un taux de mortalité élevé dans la population de lapins âgés de plus de 8 semaines, ce qui en constitue le principal signe d’apparition dans un élevage visible de l’extérieur. Les principales lésions à l’autopsie sont une hépatite diffuse nécrosante, des hémorragies pulmonaire et trachéale, des pétéchies rénales et un syndrôme hémorragique généralisé.
Un nouveau variant, appelé RHDV-2, a été mis en évidence en 2010 dans des lapins domestiques et sauvages, pourtant correctement vaccinés contre RHDV-1, et présentant le même type de symptomatologie que la forme classique. Le génotype de RHDV-2 est différent de celui de RHDV-1, ce qui explique une absence de réaction vaccinale croisée et implique la nécessité de vacciner les lapins avec un vaccin spécifiquement orienté vers la souche ciblée.
Pour plus d’informations, vous pouvez consulter le lien suivant :
http://www.oie.int/fileadmin/Home/eng/Animal_Health_in_the_World/docs/pdf/Disease_cards/RHD.pdf
La Direction « Santé animale et Sécurité des produits animaux »
DG Politique de Contrôle - AFSCA
|
|
|
|