


|
 |
|
VOGELGRIEP IN EUROPA - STAND VAN ZAKEN: EEN GEVAL IN FRANKRIJK
Einde oktober is het hoogpathogene vogelgriepvirus van het type H5N8 opnieuw opgedoken in Europa. Dit virus wordt verspreid door trekvogels, in het bijzonder watervogels op weg naar het zuiden. Het virus is zeer pathogeen voor zowel pluimvee als verschillende soorten wilde vogels. Sinds einde oktober werd het steeds verder verspreid in Europa. Het virus is op dit ogenblik nog niet aangetroffen in ons land, maar is al wel vastgesteld in de buurlanden. Het risico op besmetting is daarom ook bij ons groot geworden. Het Voedselagentschap volgt de situatie van heel nabij op.
In Frankrijk, op een 50-tal kilometer van de Belgische grens (Pas de Calais) werd op 26 november een eerste besmetting bij wilde eenden, die gehouden werden aan een waterplas voor de jacht op waterwild, vastgesteld. Ook in Nederland werd een geval bevestigd op een groot vleeseendenbedrijf. Nederland had voordien al enkele uitbraken in een dierenpark en in een bedrijf van siervogels. Ook in Duitsland zijn er bij pluimvee nieuwe uitbraken gemeld, ondertussen zijn daar 2 commerciële houderijen, 2 dierenparken en 9 hobbybedrijven getroffen.
Verderop in Europa zijn ook besmettingen vastgesteld op een hobbyhouderij in Denemarken en op commerciële pluimveebedrijven in Hongarije, Oostenrijk en Zweden. In al deze landen en in Roemenië en Kroatië zijn ook besmettingen bij wilde watervogels vastgesteld.
Alle besmette pluimveehouderijen zijn gelegen in gebieden waar ook besmette wilde vogels zijn gevonden. De rol van trekvogels in de verspreiding van het virus over grote afstand is dan ook wel bekend. Op meerdere besmette locaties zijn zeer grote aantallen dode wilde watervogels gevonden, die bezweken waren aan de gevolgen van de besmetting.
Het FAVV kan niet genoeg benadrukken dat de alle voorzorgsmaatregelen strikt nageleefd moeten worden.
- het ophokken van alle pluimvee van professionele pluimveehouders – loopvogels uitgezonderd – is verplicht in heel België.
- het voederen en drenken van alle pluimvee – zowel professionelen als hobbyisten - moet binnen gebeuren en er mag daarbij geen onbehandeld oppervlaktewater gebruikt worden.
- de bioveiligheidsmaatregelen moeten op elke pluimveehouderij strikt toegepast worden.
Het Agentschap herinnert er ook aan dat het ophokken van pluimvee door hobbyhouders nog niet verplicht is. Het raadt deze maatregel evenwel nogmaals sterk aan gezien het toegenomen risico op besmetting. Het ophokken van pluimvee, door ze op stal te houden of onder netten of gaas te plaatsen, is ook bij hobbyhouders de enige efficiënte manier om contact tussen het pluimvee en mogelijk besmette wilde vogels te verhinderen.
Er is geen enkel risico voor de consumenten. Vlees en eieren van pluimvee kunnen in alle veiligheid gegeten worden.
Minister Borsus trekt de aandacht op het feit dat het risico op besmetting voor België reëel wordt en hij wil daarom dat de voorzorgsmaatregelen strikt nageleefd worden. Het Agentschap voert controles uit teneinde zich ervan te vergewissen dat de voorzorgsmaatregelen nauwgezet en goed worden toegepast: “de beste preventieve maatregel is het ophokken. Daarom moedig ik de pluimveehouders ten zeerste aan dubbel voorzichtig te zijn, nauwgezet de voorzorgsmaatregelen die dienen om ons land vrij te houden van vogelgriep te respecteren ( België is 13 jaar vrij van vogelgriep) en elk verdacht geval direct te melden aan het FAVV”.
U vindt alle informatie op http://www.favv.be/dierengezondheid/vogelgriep/
 |
Directie “Dierengezondheid en Veiligheid van de Dierlijke Producten”
DG Controlebeleid – FAVV
Dienst Crisispreventie en -beheer
|
GRIPPE AVIAIRE EN EUROPE – ETAT DES LIEUX : UN CAS EN FRANCE
Fin octobre, le virus de la grippe aviaire du type H5N8 est à nouveau apparu en Europe. Ce virus se propage par l’intermédiaire des oiseaux migrateurs, en particulier les oiseaux aquatiques dans leur migration vers le sud. Le virus est très pathogène et touche aussi bien les volailles que divers oiseaux sauvages. A l’heure actuelle, le virus est présent dans les pays limitrophes et n’a pas encore été constaté en Belgique. Le risque de contamination sur notre territoire est devenu important. L’Agence alimentaire suit la situation de très près.
En France, un premier cas de contamination a été mis en évidence le 26 novembre chez des canards utilisés comme appelants pour la chasse au gibier d’eau, à environ 50 kilomètres de la frontière belge (Pas de Calais). Aux Pays-Bas, un cas a été confirmé au sein d’une grande exploitation de canards. Les Pays-Bas avaient déjà mis en évidence de quelques cas dans un zoo et dans un commerce d'oiseaux d'ornement. En Allemagne, de nouveaux foyers ont été détectés également chez des volailles de deux élevages, deux zoos et neuf hobbyistes.
En outre et toujours en Europe, des contaminations ont eu lieu chez un hobbyiste au Danemark, dans des élevages de volailles en Hongrie, Autriche et Suède. Dans tous ces pays et également en Roumanie et en Croatie, des contaminations chez les oiseaux sauvages aquatiques ont en parallèle été mises en évidence.
Tous les élevages de volaille infectés sont situés dans des régions où des oiseaux sauvages contaminés ont été trouvés. Le rôle des oiseaux migrateurs dans la dispersion du virus sur de grandes distances est bien connu. Dans plusieurs endroits infectés, un grand nombre d’oiseaux aquatiques, qui sont morts suite à l’infection, ont été trouvés.
L’AFSCA ne peut que rappeler l’importance du respect strict des mesures de précautions.
- le confinement de toutes les volailles professionnelles –hormis les ratites- est obligatoire dans toute la Belgique.
- l'alimentation et l'abreuvement des volailles – aussi bien d’élevages professionnels qu’amateurs- doivent se faire à l'intérieur et aucune eau de surface non traitée ne peut être utilisée.
- es mesures de biosécurité doivent également être scrupuleusement appliquées au sein de chaque élevage de volailles.
Le consommateur n’encourt aucun risque. La viande et les œufs de poules peuvent être consommés en toute sécurité.
Le Ministre Borsus insiste sur le fait que désormais le risque de contamination en Belgique est bien réel et qu’il souhaite que les mesures de précaution soient strictement respectées. L’Agence effectue des contrôles afin de s’assurer de la bonne application des mesures prises : «La meilleure mesure de précaution reste le confinement. C’est pourquoi j’’encourage vraiment les éleveurs à redoubler de prudence, à bien respecter les règles de bio-sécurité destinées à protéger les animaux d’élevage dans notre pays (indemne de grippe aviaire depuis 13 ans) et à déclarer tout cas suspect à l’Afsca.»
Toutes les informations sur http://www.afsca.be/santeanimale/grippeaviaire/
 |
La Direction « Santé animale et Sécurité des Produits animaux »
DG Politique de Contrôle - AFSCA
Le Service Prévention et gestion de crises |
|
|
|
|