03/08/2020 Klik hier als de mail niet leesbaar is Version française
NEWSLETTER voor de dierenartsen
Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen - FAVV
AANSCHERPING VAN DE MAATREGELEN TER VOORKOMING VAN AANGIFTEPLICHTIGE VARKENSZIEKTEN - BIOVEILIGHEID

De aanwezigheid van het Afrikaanse varkenspestvirus (AVP) op het Belgisch grondgebied vormt een gezondheids-, dierenwelzijns-, en economische noodsituatie voor de Belgische varkenssector. De situatie bij de wilde everzwijnen evolueert zeer positief (zie: http://www.favv-afsca.fgov.be/avp/actualiteit/belgie/). Indien de situatie niet verslechtert zal België een aanvraag indienen om zijn vrije status in het najaar van 2020 te herstellen.

Op wereldniveau blijft het virus van belang. Een heropflakkering van de ziekte is wel degelijk steeds mogelijk, aangezien besmet materiaal zelfs in de natuur bijzonder lang infectieus kan blijven. Bovendien verslechtert de algemene situatie van Afrikaanse varkenspest in het oosten van de EU en in veel derde landen. De toename van de verplaatsing van personen en producten zal het risico op de insleep van deze ziekte, en ook op andere ziekten, nog vergroten. Het is dus belangrijk dat ons reactievermogen behouden blijft. Varkensbedrijven met een laag bioveiligheidsniveau lopen een hoger risico op de insleep van AVP en een tal van andere varkensziekten. Indien het virus aanwezig is in één varkensbedrijf kan het spoedig de hele sector besmetten.

Alle betrokken partijen zijn van mening dat de bioveiligheid op varkensbedrijven aangescherpt moeten worden. Hoewel het risico op AVP momenteel de belangrijkste motivatie is, zijn dergelijke maatregelen zoals reeds aangegeven, ook nodig om onze bedrijven te beschermen tegen de insleep van andere ziekten alsook in de strijd tegen antibioticaresistentie.

De verstrengde bioveiligheidsmaatregelen werden opgenomen in een wijziging van het koninklijk besluit van 18 juni 2014 houdende maatregelen ter voorkoming van aangifteplichtige varkensziekten. Dit wijzigingsbesluit werd op 20 mei 2020 gepubliceerd en is op 19 juni 2020 van kracht geworden.

Het wijzigingsbesluit legt de volgende bijkomende maatregelen op:
  • Alle personen die de stallen betreden trekken, in de hygiënesluis, bedrijfseigen laarzen en kledij of overkledij aan voordat zij de stal betreden. Zij wassen de handen en ontsmetten de laarzen in het voetbad alvorens de stallen te betreden en na het terugkomen uit de stallen. (Tot nu toe was alleen de aanwezigheid van deze uitrusting verplicht en niet zozeer het gebruik ervan, ook al was dit voor de hand liggend).

  • Extra maatregelen specifiek voor bedrijven met 3 of minder varkens:
    • Het bedrijf beschikt over een voorraad ontsmettingsmiddel.
    • Het bedrijf beschikt over een uitrusting voor reiniging en ontsmetting die aangepast is aan de noden van het bedrijf, tenzij het bewijs geleverd wordt van de tussenkomst van een daarvoor gespecialiseerde onderneming.
    • Elke stal of afdeling wordt minstens één maal per jaar geledigd, gereinigd en ontsmet.
    • Een compartiment mag pas opnieuw bevolkt worden nadat het volledig is opgedroogd na de reiniging en ontsmetting.
    • Gezelschapsvarkens mogen het adres van het beslag waarin ze gehouden worden niet verlaten met uitzondering van het vervoer naar en verblijf in diergeneeskundige praktijken en klinieken en in geval van verhandeling.

  • In de nabije toekomst: Evaluatie van de bioveiligheid van varkensbedrijven door de bedrijfsdierenarts via een computertoepassing: De verantwoordelijke van een varkensbedrijf zal verplicht worden om elk jaar door zijn bedrijfsdierenarts een risico-enquête te laten uitvoeren aangaande de insleep van aangifteplichtige varkensziekten. De risico-enquête is gebaseerd op de Biocheck van de UGent, aangevuld met een aantal bijkomende vragen over wettelijke verplichtingen. Op basis van de risico-enquête stelt de verantwoordelijke van een varkensbedrijf samen met de bedrijfsdierenarts, binnen de 30 kalenderdagen, een actieplan op om bioveiligheid op het bedrijf te optimaliseren. Dit plan beschrijft de verbeteracties die ingesteld worden en de timing waarbinnen deze gerealiseerd worden.

    Om ervoor te zorgen dat de risico-evaluatie en de gelinkte acties op een gebruiksvriendelijke, praktische en efficiënte manier uitgevoerd kunnen worden, stelt het FAVV een informaticatool ter beschikking voor de bedrijfsdierenartsen. Deze tool wordt ontwikkeld door het FAVV in samenwerking met DGZ en ARSIA en zal dan ook geïntegreerd worden op de bedrijfsgezondheidsplanapplicatie van de erkende verenigingen DGZ en ARSIA.

    Deze risico-enquête zal pas verplicht worden wanneer de applicatie beschikbaar en volledig functioneel is. Deze datum, waarschijnlijk begin 2021, zal later nog bekend gemaakt worden.

    De kosten voor het uitvoeren van de risico-enquête, het opmaken, uitvoeren en opvolgen van het actieplan zijn ten laste van de verantwoordelijke van het varkensbedrijf. Er wordt evenwel aan de bedrijfsdierenarts voor het uitvoeren van de eerste risico-enquête per bedrijf een éénmalige forfaitaire tussenkomst van 35 euro toegekend ten laste van het Sanitair Fonds. De kosten boven de 35 euro vallen ten laste van de varkenshouder.


Directie “Dierengezondheid en Veiligheid van de Dierlijke Producten”
DG Controlebeleid – FAVV
  Facebook Twitter LinkedIn www.favv.be